Oeros, Bos primigenius Bojanus 1827
Museum "klok en peel" te Asten.
Levensgroot.
Dit model is 180 cm op de schouder.
2018
Ongeveer 9 weken
Het lijkt erop dat de oeros in 2 golven in Nederland is geweest. De eerste was voor het laatste glaciale maximum en de laatste nadat het ijs zich weer had teruggetrokken. Het fossiele materiaal lijkt te ondersteunen dat, bij de 2e golf, de dieren kleiner waren. Voor dit model is gekozen voor een dier met de afmetingen van dieren uit de populatie van voor het laatste glaciale maximum.
Zoals altijd is de wetenschappelijke begeleiding van dit project in de handen van dhr. Dick Mol.
Voor specifieke anatomie en feedback tijdens de bouw van de oeros (en runderen in het algemeen) heb ik de hulp gevraagd van Marleen Felius.
Grosse tieranatomie, Gottfried Bammes,
Animal anatomy for artists, E. Goldfinger,
Kleine encyclopedie, D. Mol, J.E. Vos, R. Bakker e.a.,
Journey through the Ice Age, Paul G. Bahn,
De grot Chauvet, J Chauvet, E. Brunel e.a.,
Return to Chauvet cave, J Clottes.
Div. publicaties,
Internet en eigen studies van skeletten en afgietsels van een schedel en hoornkernen.